Zo’n dag, zegt gedag!

‘Er zijn van die dagen dat ik niets kan velen, ga maar liever spelen met die intellectuelen.’ Maar Karel gaf geen sjoege, hij had zijn handen vol aan het uitzoeken van de beelden die hem voor ogen stonden. Geen idee welke richting dit zou uitgaan, was het toch weer een circus of zou Kranenburgh een rol kunnen gaan spelen.

Hij besloot tot dit laatste en bedacht dat de lichte ruimte waar de werken hingen iets weg had van een eindeloze herhaling. Hij bekeek het van de ene kant om vervolgens naar de andere kant te gaan lopen. Niet dat hij de beelden zo boeiend vond, maar meer om het perspectief van een tweetal kanten te kunnen benaderen. Een beetje zuinig aan, waar zijn vrienden helaas het af lieten weten en er verder weinig te spelen was.

De laatste dag van juli trok aan hem voorbij.