Auteur: Wik

1672 -2026.

Het schiet niet maar ook niet op. Wanneer ik mij in bed installeer, voornemens ben om me van de wereld af te gaan sluiten, de wanklank van het dagelijks gebeuren achter me probeer te laten, grijp ik geregeld terug op mijn verleden. Niet dat toen alles van een leien dakje ging, ook toen deden zich zaken voor waar ik geen enkele invloed op kon hebben, hooguit wanneer er weer eens een stemming werd gehouden. Niet altijd wanneer er een kabinet viel, maar om de zoveel jaar was het mogelijk om van je te laten horen. Toen partijen nog duidelijke overtuigingen naar voren wisten te brengen, links duidelijk verschilde van rechts en waar ook het geloof nog een bepaalde rol in wist te spelen. KVP, ARP, PPR, PvdA en waar niet omheen kon worden gegaan was de VVD. Van Riel met een grote bolknak en Hans die niet veel meer wist te doen dan ook met zo’n dikke sigaar de meute toe te spreken. En de zuinige lach van van Agt, Joop die geregeld het vuurtje wist op te stoken in een tijd dat de bomen nog tot in de hemel groeiden. En de gemiddelde man zich een eigen woning kon gaan permitteren. De overheid met premies niet te beroerd was om de toekomstige huiseigenaar tegemoet te komen, maar ook die andere kant naar voren kwam.

‘Nivelleren doet begeren.’ En ook daar hebben we nog steeds de nodige last van. Het zijn dan ook vaak de scheve ogen die op de buurman zijn gericht, het kapitaal in de vorm van die batterijkoe, die zich niet op plantaardige basis weet voort te planten en de wegen die steeds smaller aan het worden zijn, opdat filevorming niet uit te sluiten valt. De bedrijvigheid neemt toe en de stroom laat het afweten. Plannen maken voor een verdere toekomst, daar wordt niet te vaak bij stil gestaan. De orde van de dag bepaalt de koers en waar de koersen op de beurzen stijgen, daalt het niveau in de portemonnee.

En onderwijl blijft die witte KAK & TOE stroomstootje uitdelen. Waar geen Taser tegen is bestand. De onrust neemt toe en het is een feit dat menig Minister naar haar haren grijpt. Lekker wanneer je in de oppositie zit, maar veel moeilijker als je je hebt opgegeven om het land te gaan besturen. En waar wijnboeren tot de conclusie komen dat een groot deel van hun oogst verloren is, rest niet veel meer dan wat water uit de Moezel te gaan gebruiken om die wijn aan te gaan lengen. Steken boven water doen er minder toe dan de steken die onder water naar voren worden gebracht. Valt er nog het een en ander te redden? Of wordt het toch weer het verleden wat naar voren komt?

Terug naar het rampjaar 1672: ‘de regering was radeloos, het volk redeloos en het land reddeloos.’
Maar nu naar nu: 2026. Ravijnjaar. Zou het een herhaling van zetten zijn, voor de tegenstander zich gaat overgeven?