Al tijd.

Altijd wel in voor een tussendoortje. De laatste tijd veelal met open office bezig, en daarmee raakt mijn kladblok wat uit beeld. Niet dat dit veel ophef betekent, de lezer van mijn praat weet waar ik voor sta. Was het alleen maar om de dag en de avond door te komen met nietszeggerij. En dan komt automatisch dat rode streepje weer tevoorschijn. Omdat dit woord niet in het totaal der dingen een plek heeft verdiend.

Of wat te denken van het volgende: ‘allemachie, weer een daggie’, wanneer er niet schokkends aan de hand is. Of het moeten die BN’ers zijn die er alles aangelegen is om op een bepaald moment weer in het spotlicht te staan. Of dat de premier als een soort van Harry Potter met een toverstafje gaat zwaaien en op die manier alle neuzen weer een bepaalde kant op laat zwaaien. Want zwieren kunnen ze als de beste en de Koningin van Lombardije laat het ook al een hele tijd afweten.

Ja, zo ken of kan ik er nog wel enkele maar het is nu eenmaal niet anders. Zou het anders zijn, dan had ik daar wel melding van gemaakt. Het eind van januari komt in zicht en het licht blijft overdag wat langer schijnen. Met het voorjaar in het vooruitzicht en de kans dat het alsnog gaat sneeuwen, dat er mogelijk toch nog een Elfstedentocht gaat komen, ook daar heeft Nostradamus nog steeds geen melding van gemaakt. Dat de vooruitzichten bepaald niet gunstig zijn, dat durf ik dan wel weer te voorspellen. De jojo van het heen en weer laat de balans bepaald niet overhellen. Dat de overheid zich met de portemonnee van de burger bemoeit, ook daar valt in de regel wel weer een peil op te trekken. Een minimaal bedrag wanneer de pinautomaten het af laten weten, ook de spaarpot welke onder het bed terecht is gekomen, is vervangen door een simpele enveloppe waarin zich wat biljetten bevinden. Zelfs daar bemoeit diezelfde overheid zich mee. Want stel dat je bijvoorbeeld 1000 euro in die enveloppe hebt gestopt, dien je daar wel weer melding van te maken. Alsof de burger niet in staat is om zijn zuur verdiende centjes op een eigen wijze te behoeden, voor het zeer dat door diezelfde overheid gedaan wordt.

En onderwijl gaan alle andere zaken gewoon maar door. De rem die ons wordt voorgehouden is niet meer een pedaal maar een handrem geworden. En waar twijfel om de hoek komt kijken, slaat de weifel nog steeds toe. Zullen we dit, dan moet dat andere vervallen. Vieren we speciale verjaardagen nog steeds, veertig, vijftig, vijfenzestig, staan we dan ook stil bij zeventig? Of blijven we hangen in een systeem van tien jaar. Vijfenzeventig kan een mogelijkheid zijn, omdat tachtig nog zover weg lijkt. Als we die tachtig nog wel halen. Want wat ook nog steeds gebeurt, is dat mensen spontaan wegvallen.

Het is nu eenmaal niet iedereen gegeven om een eeuw op deze kloot te leven!