Hoes’t

Hoe’st mogelijk?

Ja, die negerhut was voor morgen bedoeld. Een vergissing van mij in mijn eigen nadeel, i.t.t. die Algemene Kanskaart tijdens het Monopolyspel. Daar heb je immers een kaartje met de tekst ‘vergissing van de bank’ en in die oude tijd ontving je 200 gulden. Dat was geld waarmee je mogelijk een huis kon kopen in Ons dorp. Maar je kon toen ook sparen: ga direct naar de gevangenis en krijg geen tweehonderd gulden. En wanneer je wachtte tot je verlost werd, ook daar kwam geen telefoontje aan te pas. Jawel Hocus, Pocus, Pilatus en wie komt daar tevoorschijn? Hans Klok. Ergens op de achtergrond klinkt dan nog het klokje van zeven uur, uit een tijdperk waarbij het kind in mij maximaal van zijn jeugd kon profiteren.

Datzelfde kind komt nu nog spullen tegen uit zijn jeugd. Dinky Toys, nog wel van banden voorzien, maar de verf is er in de loop der tijd wel van afgesleten. Het Made in England nog duidelijk te lezen en bij sommige modellen wordt ook nog aangegeven wat het model betreft. Dat Studebaker een belangrijke rol in het geheel heeft gespeeld, zal waarschijnlijk geen toeval zijn. Dat onze ouders zich zo’n Amerikaan konden permitteren, is van een totaal andere orde. Het kende dan ook een luxe welke pas veel later door de Europese auto-industrie naar voren kwam. Alleen de vering van zo’n automobiel was bijkans een zinnelijk genot. Maar ook al die toenmalige luxe is in de loop der tijd achterhaald. Een automaat als standaard, de bekleding zoals je wenst en voor de koude wintermaanden is stoelverwarming aan te bevelen. Wat nog ontbreekt in onze huidige Mitsubishi is de stuur verwarming. Want ook airco is vanzelfsprekend.

Ik schiet wel, maar niet op. De zolder staat nog steeds op z’n kop. En wanneer ik die spullen door mijn handen laat gaan, met de bedoeling om deze uit te gaan zoeken, gaat dit mij nog steeds aan het hart. Wat ook al met de nodige bedradingen is verrijkt. En waarbij de batterij waarschijnlijk tegen het einde van het jaar weer vervangen dient te worden. Blijf ik nog steeds afhankelijk van de zorg die mij de laatste jaren is toebedeeld. Het ongemak van de tijd en de leeftijd die voortschrijdt.

Voor de rest hoor je mij niet klagen. Het huis biedt immers genoeg mogelijkheden om de tijd door te brengen. En als het mij even teveel wordt, is daar altijd nog dat bed met die warmtematras. En dat boek waarmee ik mijn zinnen weet te verzetten, voor ik weer een stripboek in handen neem. Want ook strips kunnen mij nog steeds bekoren, hoewel ik ook daar mezelf dien te beperken. Of dit nu strips van Franka betreft , of dat Agent 327 mij weer te boeien, dat Kuifje tussendoor een rol speelt en dat ik naast Kapitein Rob ook nog wat boeken heb van Rechter Tie, ook dat zijn simpelweg wat triviale zaken. Maar dat ik in zekere zin een driehoeksverhouding heb, ook daar wil ik niet voor weglopen!

2801-ikWik-2025