Zum Teufel.

‘Boeken zijn gevangen zielen tot iemand ze van de plank neemt en bevrijdt’, stelt Samuel Becket. En deze tekst staat dan op een beker waaruit ik bouillon tot mij neem. Want het is een probleem tegenwoordig: lezen. Men doet dit liever met kortstondige berichten, men appt wat af en als je er niet meer uitkomt biedt Google wel weer een oplossing. Bij oudere jongeren kun je nog weleens een woordenboek tegenkomen, en ook de Winkler Prins kent een genadeloos einde. Dat ik wat met taal heb mag als bekend worden verondersteld, dat neemt niet weg dat letteren voor mij nog steeds een uitkomst bieden. Of ik mij veelvuldig onledig houd met volledig onzinnige verhalen, ook daar draai ik mijn hand niet voor om. Laat staan dat ik mijn ene hand laat weten wat de andere hand doet.

Maar wat te denken van een toevloed aan gezegden. Of spreekwoorden die de Nederlandse Taal in de loop der eeuwen naar voren zijn gekomen. Van katten en muizen en wanneer diezelfde kat van huis is, wordt er gedanst. Of dat van een gegeven paard. Of het schatplichtig zijn aan de belastingen. Want ook tegenwoordig, met een op verstand gebaseerd kabinet, heeft het er veel van dat de voormalige houtverbindingen ook geen soelaas meer bieden. Wat te denken van de volgende verbindingen: halfhoutverbinding, slisverbinding, pen gat verbinding, tandverbinding, zwaluwstaartverbinding, verstek en deuvelverbinding. Waarbij die deuvelverbinding momenteel in de belangstelling staat van die 4 partijen, het scheelt een letter maar dan spreek je over een duivelverbinding.

Zoals zo vaak naar voren is gekomen. Met meerdere partijen op een kussen, heeft de duvel vrij spel.