Wel ouder, grijzer, maar wijzer?! III

‘Wat doe jij hier?!’, vraagt hij mij en kijkt me verwonderd aan. ‘Ook goede morgen!’, antwoord ik en kan me voorstellen dat hij mij niet direct op zijn afdeling verwacht. Ik ben in de zomertijd namelijk zwerfwacht op Duin & Bosch, rijd op een fiets door het donker van het instituut en kom op verschillende afdelingen. Nu weet ik wel dat hij me kent als docent op het lescentrum en komen we elkaar weleens tegen in de Clinge. Waar hij zich niets aantrekt van het dieet dat hem wordt voorgeschoteld. Een van de weinige geneugten die hem nog tot zijn beschikking staan. maar daar trekt hij zich geen moer van aan. Zijn verblijf op de afdeling zorgt ervoor dat hij op tijd zijn natje en droogje blijft houden. Aan eigenheid geen enkel gebrek.

Het is vandaag Henry die zijn gedachten als volgt heeft verwoord:

Het lijkt me fantastisch ouder te worden. Al die ervaringen
kennis en vreugde, opgeslagen in je hoofd. Kleinkinderen
die je opa noemen. Respect ontvangen om je leeftijd en knowhow.
De zorgsector doet je soms twijfelen, je ziet teveel van de
kleine slechte kant en maakt je toch wel angstig om
wat komen gaan.

De dood, zo’n welkome aflosser van het lange leven is zo
vaak verboden tegen de wil in. Laat mij gaan als de
tijd zover is. Laat me niet lijden na de vreugde. Ik wil
naar de top, niet donderen in het dal. Ik van mijn kant
wil de ouderen danken voor hun leven, respect tonen ondanks
de ziekten. Ze zijn er niet voor niets, maar geef ze de
dood als hun lichaam en geest ermee stopt
.

Dank aan alle ouderen en leve de dood!