Vast staand.
VERWARRING.
De tand des tijds
brengt mij steeds in verwarring
is gisteren vandaag
wordt morgen straks
of blijft dit het raadsel van de nacht?
Waar zijn de Mohikanen gebleven
en schijnt de maan heel zelden even
waren de Goden kosmonauten
en waar wonen dan die kabouters?
Hoe ver kun je gaan in je eigen bestaan
wat valt er nog meer te leren
moet je van alles steeds uit proberen
door op te staan na het vallen?
Zijn het enclaves waar wij naar zoeken
zijn het vreemdelingen in die hoeken
van een land wat nog geen naam heeft
en valt ook daar het anders te beleven.
Want treurnis is niet wat je wilt
laat staan dat de lach je weet te verleiden
dat een stripboek niet is wat je verwacht
want er komen nog steeds andere tijden.
Geschiedenis is wat je kent
van vroeger naar het verleden
waar je toen nog onbevangen was
en je keek met de ogen van een kleuter.
Je werd wat groter en nam niet alles meer aan
hield je vast aan je eigen wijze
je leek honktrouw ook dat verliep anders
zag een ander pad, nam een andere weg.
En zo dwalen we wat in cirkels rond
nemen een kat of anders een hond
genoegzaam kijkend naar je eigen bestaan
en tellen de dagen als vaststaand vast.
Je prachtige en ontroerende tekst deed me denken aan Hermen van Veen en zijn lied Cirkels
Rond als de wijnvlek van eergister
Op het vuile tafelblad
Spelen gouden druppels zonlicht
Op het koude tegelpad
En de rimpels in de vijver
En het vangnet van een spin
Zijn allemaal maar cirkels
Zonder einde of begin
En de tijd verslijt de dagen
Met de wijzers van de klok
Die de uren traag vermalen
Heel geruisloos, zonder schok
Er bestaat geen medicijn
Tegen oud of eenzaam zijn