Naamloos.
Als iets naamloos is, wil dit niet alles zeggen. Een titel is snel gevonden, de inhoud laat zich raden. En de verpakking vindt elders zijn weg. Was het alleen maar om ervoor te zorgen dat hetgeen wat ik te berde breng ergens een plek verdient. Om niet verder in een rijp beraad met ‘me eige’, een vervolg aan mijn wegen toe te kunnen voegen. Neem een dag als gisteren voor ogen, breng de klankkleur even terug en kijk dan niet vreemd op wanneer ik smakelijk begin te lachen. Het zorgt in zekere zin voor een bepaald evenwicht, terwijl de kommer en de kwel genadeloos om zich heen slaat. Nu weet ik wel dat het niet altijd vooraanstaand is wat ik naar voren breng, het gaat immers vaak over niets. Tenzij het de gemoederen in beweging brengt. Neen, de Stad Alkmaar heeft bepaald geen hoogmoed. Maar de vraag hoe hoog de moed moet zijn om de wolken te gaan krabben, het heeft dan weer te maken met een ‘landmark.’ Zodat van verre zichtbaar wordt wat Alkmaar in de wijde omtrek te bieden heeft. Appartementen, liften, ondergrondse parkeerplekken, een skyline welke menig stad zich niet kan gaan veroorloven. Wilde plannen en woeste vergezichten. De duinen binnen handbereik en wanneer het laag bij de grond nog steeds mistig is, kijken anderen op 22 hoog zichtbaar naar boven. Gelijk ook Sammy dat in het verleden deed. Dus wederom een praatje pot, hetgeen goed past bij een dag als gisteren. Grijs de lucht, het spetter, pieter, pater van eenden in het water en niet veel meer dan dat. Om de tijd door te brengen, om het geduld dat nog steeds een schone zaak blijkt te zijn en de eenvoud van het ware.

Want ware dat er niet, kan er geen sprake meer zijn van waar.