TRANEN.

Als geen bericht in de regel geen bericht is, kan het haast niet anders dan dat dit goed moet zijn. Maar ook dat is zeer discutabel. Want van die veronderstelde polonaise was weinig te zien, laat staan dat er zich nog een klein hobbeltje voordeed. De inleiding van Dick werd uiteindelijk een aftocht van diezelfde Dick. Pissig is een woord dat bij mij opkomt en daardoor liep de afsluiting als zodanig enigszins de mist in. Hoewel op dat moment de zon nog van zich liet blijken. Dus sluit ik mijn bijdrage aan de DKA met een volgend Gedicht af.

TRANEN.

Je hoort ze niet, je ziet ze niet
tranen van binnen

ze fluisteren een lied en blijven
denken aan hun verdriet.

Het belemmert geregeld hun leven
het sluimert, huivert

en ontdaan van elk bestaan
blijft het steeds maar doorgaan.

Het bos der omarming kenmerkt
zich door leven, een boom
en verder blijft dat niet zichtbare verdriet
en vaak is er niet meer

dan dat.

Het plukken van de dag
een dagelijkse opgave
waar de hoop op een andere dag
het vaak verliest in weer een nacht.

De slapeloze uren voort blijven gaan
en ook de maan geen bekoring kan schenken
en het denken niet veel meer is dan
het denken waarop dit verdriet is ontstaan

je moet er mee leren te leven
maar vraagt je af waar je nog voor leeft
de zinloosheid van een enkel bestaan
en maanden duren eeuwen

toch blijft de hoop nog steeds bestaan
totdat een einde komt aan je huidig bestaan.

N.a.v. Tanja Groen