Toen
Wanneer het enigszins mogelijk is probeer ik mij te richten op de keerzijde. Desnoods van mijn bestaan. Want dat ik besta daar is mogelijk sprake van. Anders had ik deze woorden niet neer kunnen schrijven, laat staan een prakkie weten op te warmen en een tripel van Texelse oorsprong niet kunnen nuttigen. Een nutteloze dag is immers nooit weg en wanneer ik mijn geest laat dwalen, gaan mijn ogen zienderogen achteruit. Niet dat ik een bepaalde behoefte ervaar die bevredigd dient te worden, hooguit dat een bepaalde ‘couleur locale’ op dit moment ontbreekt.
Want wat te denken van het feit dat zorgverleners zich ook weleens bezig houden met zorg aan zichzelf te verlenen? Waar Nu ’91 melding van maakt en het gebruik van een medicijnkast vol lekkernijen ervoor zorgt dat je je als zorgverlener in een snoepwinkel waant? Niet het idee te hebben dat zich dat ook in mijn tijd als leerling B-verpleegkundige ook al niet voordeed. Oh, zo makkelijk om een pilletje voor de pep je slokdarm in te werken. Maar ook in een tijd dat wiet als glansrijke planten zich konden verheugen op de aandacht van die vooral jeugdigen naar voren brachten. Tot het moment waarop het toenmalige hoofd van die afdeling, Luc Straver, zich ging verdiepen in die planten. Bleken het gewoon hennepplanten te zijn die radicaal van de afdeling werden verwijderd. In een tijd dat de maatschappelijke ontwikkelingen zich aan alle kanten voordeden, en het gesticht de hekken opende.
Hoe of ik op dit bericht kom? Door mijn jongste zus Marjolijn, hetgeen mij nieuwsgierig maakt naar mijn oudste zus. Anna Marijke Pijper. Die ook al een stuk in de zeventig is, gelijk ik mij opmaak om naar de 77 te gaan. Marjolijn is begonnen in het boekwerkje voor het slapen gaan en kwam tot de ontdekking dat ik regelmatig terug grijp op mijn verleden. Ik loop dan ook al driekwart eeuw mee! Niet meer als een Kievit, maar meer als een man van mijn leeftijd. En dat wekt soms weer oude herinneringen op. Waar ik dan weer dankbaar gebruik van heb weten te maken. Terugblikken op je verleden kan vaak zinnig, maar ook vaak onzinnig zijn.
En ook daar dien je dan weer mee te leven. Voor dit overgaat in medeleven!