Op alle slakken…

Dat er sprake is van een leegloop, dat was te voorzien. Dat lijsttrekkers alsnog de wilgen opzoeken, de pijp dient nu eenmaal gevuld te worden wanneer je daar nog wat trekken uit wenst te halen. Maar ook pijptabak is in diskrediet terecht gekomen. Laat staan dat van Rossum Troost het nog goed kan doen in de huidige tijd. En ook ik heb de neiging om van mijn gram kond te gaan doen. Want het gaat immers niet altijd van een leien dakje, wanneer je bezig bent om een boekwerk het licht te doen zien. Wat op zich niet zo’n probleem hoeft te zijn wanneer ik nalaat om op het juiste knopje te drukken. En juist dat bewuste knopje laat het afweten. Goede raad is duur en het zal dus wel weer enige tijd gaan duren voor ik op het juiste spoor terecht ga komen.

Dat neemt niet weg dat de inhoud dit keer haaks is komen te staan op de verpakking. Want juist die verpakking liegt er niet om. Rob heeft zijn best gedaan en ik ben onder de indruk van zijn ‘kunsten’, hoewel het woord kunst in deze niet geheel de lading dekt. Het is veel meer dan dat, het komt erop neer dat zijn creativiteit veel verder reikt dan ik voor mogelijk houd.

En dan dat andere pleidooi wat ik van de week ben tegengekomen. Aangeslingerd door Joost Prinsen die zich heeft gebogen over het gebruik van dt. Word ik nu gek of wordt hij het? Waar de stam plus t makkelijk kan worden omgezet in een alternatief te weten geen t. Speelt hij of speel jij? Neen, eerlijk gezegd is de Enkhuizer Almanak nog beter op haar plaats. Het schijnt een dame uit Enkhuizen te zijn die zich al vele jaren over dit boekwerkje ontfermt. En zij heeft eer van haar zaak. Noemenswaardig in het kader van woordnieuwvorming. Waar dan weer die Dikke van Dale zich over gaat ontfermen. Neologismen de uitzondering en het blijft een zaak van Meden en Perzen welke in deze mogelijk uitsluitsel kan gaan bieden.

Ik bedoel maar: waar is de slak waar ik nog zout op kan gaan leggen?