Je zou het niet denken, maar

STAD.

Het doet mij goed / dat ik geen bekende ontmoet / hooguit een vreemde, net zo verdwaald als ik / ken nog mijn naam, ik heet Wik //

loop wat te dwalen door straatjes langs grachten / niemand die op mij staat te wachten / zie een lantaarnpaal die scheef is gegroeid / mogelijk wat last heeft van overmoed //

kijk in een winkel vol met kannen en kruiken /een Blokker vol met allerhande gebruiken / een winkel vol met lekkernijen / zie kinderen verlekkerd naar binnen kijken //

een dame spontaan in vreemdsoortige kleren / een heer van stand die probeert te passeren / een verward persoon, die brult er op los / een persoon, gekleed als een vos //

de lichten gaan aan, de stad in het duister / een kroegdeur gaat open en ik luister / muziek schalt heel luid door de straat / ik eindig mijn tocht, het is mij te laat!

Waar dit op slaat? We hadden gisteravond een schrijf een gedicht oefening. En dat gaf zowaar weer veel (e)molumentjes. Weer eens wat anders om in een kort tijdsbestek jouw stad van woorden te voorzien.

Of dit gelukt is?!