een verre reis I

GEDACHTELOOS. (Gewauwel I).

Je kunt altijd nog besluiten om aan het eind van je inspirerend, duidelijk en vlambaar betoog je excuses te gaan maken. Dat je daardoor menig toehoorder aan het schaterlachen brengt, die ene knieoor welke met een rotgang zijn jas, tas en sjaal via de zij ingang het pand verlaat, ook hij weet zich gesteund door de meerderheid van de zwijgende meute. Kaken op elkaar en geen gebrek aan meningsverschillen. Een drankje op de valreep kan geen kwaad en morgen verschijnen zijn woorden weer in de krant. En ook daar mag hij mogelijk reacties op verwachten, hoewel de tijd dat de mens de tijd nam om schriftelijk te reageren, ook die tijd is voorbij.

Ik had vannacht een bijzondere droom. Ergens, zwevend tussen bed en plafond kwam ik er opeens alleen voor te staan. Niet zo vreemd wanneer je koorts hebt, wanneer ademen je moeite kost en de dokter heeft geconstateerd dat je een longontsteking hebt. En een hele pillen en capsule batterij op je te wachten staan. Geen eetlust en dat daar ‘bij gedronken moet worden’ maakt het geheel niet bepaald aangenaam tot het moment waarop ik LijnB verliet en met zichtbaar genoegen Joost en Co achterin meenam om ze elders achter te laten. Maar dat was gewoon de werkelijkheid, het werd heel anders toen ik Bob en een tweetal Jannen in het pand daarnaast tegenkwam. Het had wat weg van een stal die ooit bij het Gulden Vlies had behoord, stro was verdwenen en een kale stenen vloer moest de schijn van weleer hoog houden. Kale muren, her en der nog de vage restanten van mogelijk schilders die werk achterlieten om daar de nacht door te brengen. Het meest intrigeerde mij de palletkisten tegen de achter wand. Verborgen zij gaten in de muren waar voorheen nieuwsgierige pottenkijkers zich lieten vermaken door podiumkunstenaars? Kleine gezelschappen, dan weer een grapjas, een clown met een varken of jeugd dat zich het Circus van Pietje Bell voor de geest haalde. Er werd soms wat geld opgehaald, er kwam een maaltijd en mensen gingen geestelijk voldaan naar huis.

Ik zag het voor mij. Op een ietwat verlaagd podium. Drie pallets hoog staat een man. Een tanige, bezorgde en oudere man. Met een idioot grote pet op zijn hoofd, gejat van Popov. En hij begint met een lied, van heel lang geleden. Laat zijn lange leven en zijn loopbaan in een flits passeren waarbij ook zijn solo optredens voor de nodige beroering wisten te zorgen. Ik noem er slechts twee: de Komiek en de tragiek. Waar de heren Bram Vermeulen en Freek de Jonge ooit begonnen als Neerlands Hoop in Bange dagen, leefden zij zich op een goed moment uit met een Band: N H Express. En wat zou mooier zijn in dat imaginaire zaaltje met ruimte voor zo’n 40 mensen om juist daar afscheid te nemen met het lied:

‘doe de hoop, zwaai naar links dan naar rechts en een stukje van de grond’

dan hoeft de zwijgende middengroep niet langer meer te zwijgen!