On der weg…
Ken jij het werkwoord stoethaspelen? Dat ik wat af haspel staat buiten kijf, dat ik me niet direct in een stoet bevind is ook een feit, maar dat ik geregeld de plank missla, ook daar hoef ik geen woorden aan te wijden. En dat de foto van vandaag gisteren is genomen, het uitzicht dat het appartement dat Tineke en Sietse bewonen, zorgt ervoor dat onderweg weer een ander betekenis kent. Want wat is er nu een beter voorbeeld van onderweg, wanneer een rondvaartboot door de eeuwenoude grachten van Alkmaar toeft. Waarbij de rondvaartgangers geregeld worden getrakteerd op bruggen die zo laag zijn dat iedereen op de bodem van de boot plaats dienen te nemen en de mensen voorin zich het leplazerus schrikken wanneer de boegschroef het op een bewegen zet. Dus stel je je niet teveel voor van de tekst van vandaag, opdat morgen weer iets anders kan gaan passeren.
Dus op… naar morgen!
Stoethaspelen is een Nederlands dialectwoord dat voornamelijk wordt gebruikt in Vlaanderen. Het betekent klungelen, knoeien, of op een onhandige, ongecoördineerde manier iets proberen te doen. Meestal wordt het gebruikt om iemands onbekwaamheid of onhandigheid in een bepaalde taak of situatie te beschrijven.
Wie is hier de onhandige… de bruggenbouwer of de passagiers of de stuurman of de stuurman hoog aan de wal?
Is wel genieten zo.