Meerenberg deel I
Het jeugdig enthousiasme is in nevelen gehuld zo neemt ook de houterigheid toe. Maar wanneer we weer bij elkaar zijn, dat wil zeggen bij Harry en Wikje een groot deel van de dag doorbrengen, de wetenschap dat Harry uit behandeld is neemt niet weg dat onze gezamenlijke herinneringen weer tot leven komen. Dat dit Meerenberg betreft zal bij menigeen de wenkbrauwen omhoog gaan trekken, wanneer ik dit verander in PZ zullen er waarschijnlijk lampjes gaan branden. PZ staat voor Provinciaal Ziekenhuis Santpoort, nabij Bloemendaal. Hetgeen in een landgoed is veranderd, waar kapitale huizen op voormalige letterlijke Geestgronden staan te pronken en waar een standaard is dat het kapitaal daar als uitgangspunt dient. Kijk niet vreemd op van de laadpalen welke voor een belangrijk deel achter hekken niet zichtbaar zijn.
Terug naar toen in zekere zin. We begonnen aan een opleiding waarbij we nog geen idee hadden van alles wat ons nog te wachten stond. In die zin dat de B stond voor het verplegen van krankzinnigen en het gezelschap van zo’n 1200 patiënten en een identiek aantal aan verzorgers garant stond voor een gesloten gesticht, waarbij hekken en portiers een belangrijke rol in speelden. De directie voor vader en moeder speelde en wij, voor die tijd, een zogenoemde beroeps begeleidende leerweg volgden. Dat wil zeggen leren, werken en geld verdienen. Drie maanden in de vooropleiding, lessen volgen en met een oudverpleegkundige (Nel Kooistra) naar de afdeling om mensen te wassen, aan te kleden en vooral een praatje te maken. Mannen op de herenafdeling en dames op een afdeling voor uitsluitend vrouwen. Want als alles in die tijd was er nog sprake van een scheiding die zover ging dat de heren broeders in het broedergedeelte van het zusterhuis terecht kwamen en de zusters ook. En wee je gebeente wanneer je betrapt werd in het bed met iemand van het andere geslacht. Onaangekondigd kon een portier je kamer binnen treden en het gevolg was dat een van de betrokkenen het onderdak van het ziekenhuis kon verlaten. Op zoek naar een kamer in de buurt, waardoor Haarlem een uitgelezen plek bleek te zijn. En de vergoeding in die tijd werd maandelijks in een bruin zakje in de gang van de hoofdingang door een kassier verstrekt. Ook daar kwam een eind aan en er werd gesproken over het openen van een bankrekening, welke ik tot de dag van vandaag nog steeds bezit.
De Postbank werd mijn uitverkorene.