Zoekzin gruwellezierg
De buurt, het huis en zelfs de psychiater zelf zouden zo kunnen figureren in een spannend, humoristisch griezelboek. Na de druk op de bel van het jaren ’20 huis blijft het even stil, dan is er een zacht gekerm gepaard gaand met wat zachte geblaf. Een hond”! De deur gaat open en een man, kalend met aan de zijkanten van het gezicht lange lokken grijs krullend haar, laat me binnen.
Zo staat het in de kop maar ook weer niet helemaal. Want Gert Jan Bekenkamp uit Bussum is onlangs gepromoveerd. In Belgi”. Leuven om precies te zijn. Op griezellust bij kinderen. Twintig jaar studie naar griezelen en gruwelen in kinderboeken. Hij maakt, na twintig jaar gedegen onderzoek, duidelijk onderscheid tussen die twee genres: griezelen is goed, gruwelen uit den boze. Griezelboeken lezen is voor kinderen belangrijk, want daardoor zijn ze beter gewapend tegen alles wat hen in het leven kan overkomen. Ik zie griezelen als voeding om te groeien.
Met gruwelboeken maakt de psychiater korte metten: “Verbrand ze maar.”
De promotiestudie van Gert Jan bekenkamp was erop gericht inzicht te krijgen in wanneer kinderen gaan griezelen van gefantaseerde kinderboeken. Hij liet hen ondermeer een deel van het verhaal ‘De Zwaan’ van Roald Dahl lezen. Hierin wordt een jongetje door andere jongens gepest. Eerst wordt hij aan de treinrails vastgebonden. Doordat het jongetje dun is en helemaal tussen de rails past, overleeft hij het. Daarna moet hij een zwaan doodschieten. Van de veren maken de pesters vleugels. Het jongetje moet in een boom klimmen en dan moet hij gaan vliegen.
De kinderen moesten vertellen wat ze van de tekst vonden en welk woord ze ervoor zouden gebruiken: zielig, verdrietig, spannend, eng, bang, angstig, griezelig, gruwelijk, kwaad, leuk, grappig en rustig. Bekenkamp merkte dat kinderen gruwelen als de tekst te levenecht is (zodat ze zich er helemaal mee kunnen identificeren) en er geen gebruik van humor gemaakt wordt. Als het verhaal een eindje van de werkelijkheid afstaat en er ook humoristische sc”nes in voor komen, gaan kinderen griezelen. Maar dat ervaren ze dan niet als een negatief iets.
‘We leven in een tijd waar alles draait om snelheid en geld. Egocentrisme is ook een duidelijk teken van deze apocalyptische tijd: wie kan het eigenlijk allemaal nog bijbenen. Het is daarom niet vreemd dat schrijvers als J.K. Rowling en Paul van Loon’s griezelbus scoren. Maar Rowling met die tovenaarsleerling met z’n zielige brilletje zie ik meer als een sprookjesschrijfster dan als iemand die echt begrepen heeft wat griezelen is. Ik snap de hype rond Rowling niet. Het is zo’n zwak aftreksel van Roald Dahl wat zij presteert. Dahl was iemand die begreep dat je een kind op een leuke manier kunt laten griezelen. Vooral het gebruik van humor was daarbij van groot belang.
Uit Bekenkamps onderzoek is niet op te maken of kinderen psychische schade oplopen als ze gruwelboeken lezen. “Ik heb wel ontdekt dat kinderen niet willen gruwelen, omdat er in het echte leven al zo veel gegruweld wordt. Er zullen altijd mensen blijven die ook van gruwelverhalen kunnen genieten, maar in hoeverre je dan op het vlak van extreem sadomasochisme komt, is de vraag. Persoonlijk vind ik gruwelboeken vergif voor de geest.”
De man doet in de verte wat lijken op een psychiater uit Santpoort: Jan van der Lande. De man die in de jaren zeventig Amstelland tot paradepaardje heeft weten te maken. Jeugdpsychiatrie. Verpleegkundigen die zich sociotherapeut gingen noemen. En geheel nieuwe grenzen van zijn opzochten. Waarbij evengoed psychiatrie zich vroegtijdig manifesteerde. Depressies en diverse vormen van wat later als een Borderliner werd gediagnosticeerd zich manifesteerde. Incest, verkrachting en vele vormen van onachtzaamheid naar de oppervlakten borrelden. Verwaarlozing, zelfverwaarlozing, psychische vernietiging en alles wat daar aan gekoppeld zou kunnen worden, was daar voorhanden. En er werd geprobeerd te helen. Beschadigingen en de wonde die dit opleverde om te buigen naar minder zichtbare littekens. Het was daar niet griezelen; het waren gruwelen die zich daar tentoon spreiden. De gruwelen van het leven. Waar de wereld vol mee is. En geen ruimte om op een rustige plaats met een boek weg te kruipen. Om die wereld te ontvluchten. Verloren te gaan in een griezelig verhaal: van Roals Dahl bijvoorbeeld. GVR. De grote, vriendelijke reus”
ZOEKZIN
Zoek
de zieke
zinnen
op;
zoek
zieke
zinnen
op
zich
zijn
zieke
zinnen
anders.
Bedoeld voor de Zon dag maar vooruit: een dag voorwaarts kameraden, we lezen terug!
Zon
het is
het vuur
wat knispert,
de trocht
door de pijp
jaagt de mist
door de straten
als een ijzig mistral
sterren in het teken
zijn tijd komt naarbij
tik toc tik toc
voetstappen doorklieven zijn ijzige gestalte
gevoelloos van de kou
houdt hij koers
Geen notie van hetgeen zojuist passeerde
de furie ontketend
naar alles wat ooit aangeraakt is
komt terug in die ene gedaante
en laat de zinnen zinderen
De gebochelde letters
bijna bezwijkend onder de last
Vallen neer en vormt zich
het spel
onder deze zinsnede stapte hij verder
licht afgeleid door deze gedachten
zelfs hier stelt hij geen notie van
Nimmer is hij immers zonder verhalen in zijn hoofd.
De nood begint zich te nijpen
zoekend, tastend naar een pen of een stukje lood
krampachtig werd zijn tred
ogen schoten door het duister
volgden hem op de voet
zoekend naar een open deur
ook een mens kon voldoen
als hij maar kon schrijven
wat hij zojuist heeft beleefd
dit was zijn laatste gedachte
terwijl hij terstonds werd ingehaald
door wat later een droom bleek
z’n ogen nog reeds open
dwazend in het dansende vuur keek
hij de punt zette
en op zijn klokje keek
weltrusten bert
weltrusten ernie
Geachte heer Beukenkamp,
N.a.v. uw promotie, waarvoor mijn felicitaties, las ik in het Leidsch Dagblad een stukje over uw bevindingen en mijn interesse was gewekt. Een vraag als het mag.
In 1997 las mijn zoon, toen 10 jaar oud, het boek van Otfried Preussler \Meester van de zwarte molen (Krabat)\. Het was een klassikaal project. Omdat het boek veel indruk op mijn zoon maakte, ben ik het ook gaan lezen en ik zou het wellicht moeten herlezen, maar tot de dag van vandaag weet ik niet goed wat ik van dit kinderboek moet denken. Ook heb ik gelezen dat het boek onlangs is verfilmd.
Benieuwd naar een reactie, groet ik u hartelijk,
Betty de Leeuw
‘Nimmer is hij immers zonder verhalen in zijn hoofd.’
En prachtige zin die als volzin niet misstaat. Want het geeft niet alleen iets weer, gelijktijdig ook veel aan. De fantasie die met de ander aan de loop gaat: bijna griezelig. Mogelijk dat de geciteerde Dr. Bekenkamp daar ook nog de nodige opmerkingen aan zou hebben gehecht!
Het artikel verscheen zaterdag 6 februari 2010 als bijlage in de ‘Alkmaarsche Courant.’
Griezelen is goed, gruwelen uit den boze”
Alleen door toevoeging van de juiste hoeveelheid humor identificeert het kind zich niet zodanig met de tekst dat dan te levensecht is….. Dat is dan Gruwel”
En als klap op de (ziekelijke) vuurpijl is uit Bekenkamps onderzoek niet op te maken of kinderen psychische schade oplopen als ze gruwelboeken lezen”””””
“Persoonlijk vind ik gruwelboeken vergif voor de geest”…..
Nou…. DIE DURFT
Dan schat je de kindergeest toch wat eenzijdig in…..
(net als de voorkeur voor EEN bepaalde schrijver)
Blauwe plekken is een kinderboek van Anke de Vries. Het thema van het boek is kindermishandeling.
De bedoeling is Taboe te doorbreken
Gruwel Ja…
Maar daar worden kinderen niet sadistisch van
Maar leren kijken en / of een uitweg zoeken….
Zoals de therminale patientjes van 9 of 10 jaar gelegenheid krijgen een eind te maken aan hun leven..
En die verantwoording aankunnen!
Alsof het Grote Mensen zijn in een klein lijf…
Zo weten kinderen te relativeren
En op te pakken wat belangrijk is.
Het Taboe te Zien..
Misschien zelfs Beter dan Volwassenen….(Of bepaalde promovendi )
Minder lang be”nvloed zijn
Minder uitgesproken voorkeur
Meer Open
Eerlijk
Schoon van geest
Een boek vervuilt die breintjes niet
Dat doen ervaringen en volwassenen
Een kind leeft met en in fantasie
En weet dat
Wij Volwassenen maken er iets lelijks van…
(Ben ik bang)
Genoeg hierover
De man heeft zijn papiertje…
Nu nog ervaren.
(Misschien een kind krijgen”)
Toch…
Tikkeltje paradoxaal, tenminste als je uitgaat van deze hypothese.
Als er een “kleine Bekenkamp” zou zijn geweest dan had Dr. Bekenkamp wellicht geen Dr. Bekenkamp geweest, maar gewoon… Bekenkamp.
Promoveren kost nogal wat tijd en heb je in de huidige tijd weinig ..tijd.. over om een gezin te “onderhouden”.
Dr. Bekenkamp griezelt zelf van gruwel!” Hoor ik daar opvoeding spreken” Laat daar nou geen kleine “Bekenkampjes” van komen, dat is pas gruwelen.
Ja, weet ik veel…