Sporen I
ZOEKTOCHT
Opgeruimde gezichten,
doen mij besluiten
de mijne te dichten,
zoeken naar de weg
waarlangs de ander nog
beter door de ander
begrepen kan worden.
Gaande weg verliezen
opgewekte gezichten
het lachen vergaat
ik open mijn ogen en zie,
voor de zoveelste keer
weer verborgen gezichten.
Mijn atlas draait de
draaier weg, gaandeweg
raak ik onderweg de wegen
kruisen, kruisen door
ik neem mij weer
de ander voor stel dat
de één de ander ziet
is die ander die ander
niet
en dan houd ik op en laat de rest in het luchtledige vallen. Alsof plotseling de woorden op waren. Of opraakten doordat zij vielen. Uit mijn hoofd en via mijn hand op een toetsenbord. Waar het toetsenbord dan weer part noch deel van uitmaakte. En toch deelnam. Niet alleen aan die zoektocht maar ook zorgdroeg voor dat spoor. Een spoor dat ik achterlaat. Een teken wat mij op dat ene spoor zette. Waar vlaggen noch wimpels aan te pas komen. Of mogelijk imaginaire wimpels die vlaggen. Een spinnetje laten huizen. Een levend wezen in het brons. Een bronzen beeld wat leven kleurt. En daardoor weer een teken achterlaat. Mij op het spoor zet. De weg wijst desnoods.
Er zit een kaartje in. Gedateerd. 14-02-87
Wat doe je,
spring je ervoor, staar je ‘m na, of stap je in”
En in dat laatste geval, neem je dan ’t “boemeltje” of de intercity”
Beide hebben hun voor- & nadelen. Weet je eigenlijk al waar je heen wil”
De trein der traagheid, magisch dualisme, een boek waar ik heel vaak aan denk als ik me weer es afvraag waar ik mee bezig ben. Xxxx
Te vinden in dat boek van Johan Daisne: De trein der traagheid. En wordt daar omschreven als een vertegenwoordiger van het magisch realisme. Iets wat nog niet veel verder doet denken aan de werken die door onze Dirk S. werden verzameld. Waarbij de magie verloren ging en er slechts sprake was van vormen van realisme. Als bijvoorbeeld in de werken van Edward Hopper te vinden zijn. En bij Pauline Bakker. Het beeld van de tram van gisteren. En vandaag door die andere twee vertegenwoordigers. Sporen. Sporen die het ene moment doen denken aan dat vooronderstelde stuk realiteit en niet veel later verzuipen in dat magisch realisme. De grens van het surrealisme opzoeken en daar dan weer de sprankjes van. Geen dromen die zich op de grenzen van de waanzinnige waarheid voordoen. Opdat geen sprake kan zijn van sporen. In de zin van in een zelfde spoor lopen. Want als iemand niet in hetzelfde spoor loopt , spoort’ie niet goed. Daar gaat van Dale niet direct op in. Liever staat van Dale stil bij sporenval, sporenvlucht en sporenvrucht en gedenkt hiermee het uit- en neervallen van de sporen van paddenstoelen.
Ik ben er nog niet uit! Weet dat ik er nog even de tijd voor neem. En dat ik mij graag op het spoor laat zetten. Opdat ik straks kan verhalen. Bij de toelichting als die foto’s voor het fotocaf” smeken om een verantwoording. Ik de draad wat in mijn eigen hand probeer te houden. Met in mijn achterhoofd dat ik zeer regelmatig diezelfde draad kwijt ben, edoch… op een ander moment wel degelijk in staat ben geweest de draadjes weer aan elkander te knopen. Opdat het eind goed nog steeds doet denken aan dat al goed. En ik zichtbaar in de realiteit verkeer. Mijn realiteit!
Midden: Pauline Bakker.
Recente reacties