Naarden
Onbegrijpelijk! Alsof je een deur dichtslaat. Van superlicht naar aardedonker. Een soort van pats boem. Zonder di”e” En al bezig zijnde zo het zwarte gat ingeslingerd te worden. Over en sluiten. Alle energie in één flits eruit. Een lichtflits en een zwart gat. De macromicrokosmos in.
Op zoek naar het begin terwijl het einde wordt ingeluid. Het sluiten der gordijnen. De voorstelling die afgelopen is. Het applaus dat andermans oren raakt en aan de jouwe voorbijgaat. Door veranderde omstandigheden. Of door omstandigheden die veranderden. De dingen die voorbijgaan. De plek van gisteren en wat zich vandaag kan gaan manifesteren. Waarbij morgen ‘nicht im Frage ist”‘
Een leuke entree aan het begin van een nieuwe week. Althans, dat zou ik me kunnen voorstellen. Het heeft dan ook iets van een fanfare-orkest dat alles uit de kast haalt om een overweldigende ouverture ten gehore te brengen. Zoiets waar het verzamelde publiek ademloos voor blijft stilstaan. Op het puntje van de stoel plaatsneemt en niet veel meer weet te doen dan zich te laten overweldigen. Dat was zo’n beetje mijn idee. Dat was de voorstelling die ik mij, op voorhand, had willen laten voorschotelen. En dan valt het tegen. Allereerst door het commerci”le belang wat een steeds grotere rol gaat spelen. Wil je het zien” Dan mag je betalen. Betaal je niet, dan zie je het niet. Simpel. En juist omtrent dat simpele val ik. Ik houd best van simpel. Ik wil graag facies zien. Maar als ik die facies slechts kan zien door daarvoor te betalen, ben ik gelijktijdig een kniert. Natuurlijk kosten dingen geld. Maar probeer dan de toegankelijkheid ook een beetje schappelijk te houden. Vraag desnoods 5 euro. Of misschien maximaal 7,50. Als de prijs 15 euro gaat bedragen, wordt het genoegen toch heel anders. Dan worden afwegingen gemaakt. Dan kan de zon ervoor gaan zorgen dat, hoe imposant het werk van de ander ook kan zijn, het verschijnsel zon een nog belangrijker rol gaat spelen.
Zoals vandaag. In Naarden. Een plek die zich uitstekend leent om een bonte stoet aan fotowerk aan het geachte ‘poebliekoem’ tentoon te stellen. Een rondreis door een stad wat binnen de vestingwerken een Arsenaal herbergt. Waar sommige straatjes zo weer terug te plaatsen zijn in de tijd. Waar kinderhoofdjes voor een deel het wegdek nog bepalen. En waar mogelijke sentimenten naar boven zouden kunnen komen. Of waar de harde werkelijkheid ervoor zorgt dat een platgeslagen vogel dood op het plaveisel getuigt van die zekere vorm van sterfelijkheid. Men vraagt te kijken. Het vraagt wat van de kijker om te gaan verbeelden. Het vraagt. En geeft bepaalde antwoorden. Of een simpel zwijgen. Wat wij dan ook deden. Simpel.
”
Maar als je het dan zo simpel ervaart, heeft het er veel van dat ook de vooronderstelde glans het wat laat afweten. Een matte sluier het beeld wat minder scherp stelt. Alsof de lens beslagen is. Het karakter van het moment wordt aangetast. De kans bestaat dat het geheel in een mate van kleurloosheid verdwijnt. En dat kan absoluut niet. Tenminste, in mijn beleving. Voor zover mijn beleving daar een rol in zou kunnen spelen.
Waar ik achter kwam toen Charles mij de magie van zijn toverdoos demonstreerde. Ik op mijn manier met open mond naar zijn kunsten zat te kijken. Een foto en slechts een simpel drukken op de knop die het hele beeld van toon deed veranderen. Een interieur van een kerk. Een licht. Een kleur. Waar eindigt het realistische beeld en begint de magie. Of, in dit geval. De leugen. Want het is een bewerking van iets. Simpel.
Een dag als vandaag in het gezelschap van een vriend doorbrengen, doet veel goed. Heel veel goed. En dat het uitkijken naar iets waar ik zelf een bepaald beeld bij had ietwat anders uitpakt…
Recente reacties