R(e)idders van Het VOLK.
Wanneer het de Koning behaagt om namens zijn onderdanen Het Volk te gaan ridderen, kan het haast niet anders zijn dan dat Joep, Wigbolt en Bert aangenaam verrast zijn. En dan te bedenken dat het dit keer geschiedde in een uitverkochte Stadsschouwburg in Haarlem, alwaar de voorzitter van het Stichtingsbestuur niet alleen de huidige Burgemeester uitnodigde om Het Volk toe te gaan spreken, maar ook oud burgemeester Pop zich van zijn meest zongebruinde zijde liet zien. En waar de stadsdichter, gelijk ieder gerenommeerde stad dan wel dorp zich daar tegenwoordig op mag en kan beroepen, ook nog eens de nodige pluimen in de verschillende achterwerken wist te steken. Ruim vijfhonderd genodigden uit alle windstreken van dit land mochten hier getuige van zijn. En dat het applaus bij voortduring door de zaal heen vloog heeft ongetwijfeld te maken met de open doekjes die hen in het verleden ten deel zijn gevallen. Brand! In de jonge Jan. Een stuk van Heijermans dat ook ooit op hun speellijst heeft gestaan. En waar ik gisteren gewag deed van woorden die ik absoluut niet kon weten, stond ik er niet veel later van te kijken dat een belangrijk deel van mijn woorden werden herhaald door die verschillende sprekers. Verdiend! Verdiend dat zowel Joep, Wigbolt als Bert met deze eretekenen werden versierd. Ridders zijn het nu, terwijl niet lang geleden zij doorgingen als Redders. Van het volk door Het Volk. Hetgeen ook de grote schare aanhangers naar Haarlem deed begeven. En waar ik het spontane genoegen mocht smaken een van de eersten te kunnen zijn die hun handen mocht schudden, zijn het wat minimale plaatjes die dit keer deze woorden vergezellen. Waar het veelal draait om kwaliteit is het dit keer de kwantiteit waar je, als lezende kijker, genoegen mee moet nemen. Tenslotte is ook de ridderslag verdwenen. En wanneer je gezeten bent op rij 11 stoel 16, mag je nu eenmaal niet zozeer kwaliteit verwachten. Dat het feest bijzonder geslaagd was, dat het Friethoes zich mocht verheugen op een grote schare aan volgelingen, dat de bitterballen en de drank niet alleen genietbaar maar ook nog eens rijkelijk vloeide en dat de genode gasten zich uitstekend met elkaar konden verstaan, was niet alleen te danken aan de voormalige Hoofdpiet die, geheel in cognito zijn opwachting had gemaakt, maar meer aan het weer dat de gasten wist te verleiden… En dat het volk dit keer om het hardst diende te lopen, hooguit te danken aan het feit dat er in Haarlem, op deze zondag de 25e, ook nog wat anders aan de hand was.
Recente reacties