Om te huilen
Bergen aan Zee. Een plaats waar je ‘s winters de kans loopt om van de bewoonde wereld afgesneden te worden, en ‘s zomers de kans loopt om daar niet terecht te komen. Een file van het strand tot aan de rotonde bij de Fransman. Met uitzicht op ooit het trac” wat Bello tot 1955 mocht berijden. Geen denken aan dat Bello ooit terug zal komen. Al was het alleen al om het vuur, de stoom en de rook en het gevaar voor brand. Brand dus in een al veel ouder stuk duin. Met grove dennen van zo’n 150 jaar oud. En heide wat dertig jaar wist te trotseren. En een boswachter. Geen Ko. Maar wel iemand met tranen in zijn ogen. Emo, weet je wel. En de natuur die zo kwetsbaar is, dat de mogelijke pyromaan, steeds weer weet toe te slaan. Om te huilen. Maar of die persoon daar bij stil staat. Huilen wat vaak nader staat dan lachen. Daar gaat het vandaag een beetje over. Om de mensen die worden gekrenkt. Om mensen die het een na het ander verliezen.
Of mensen die hopen op wat oprechte aandacht. Of mensen die vallen. Kinderen die vallen. Kinderen die iets verliezen. Een pop. Een aap. Een knuffeldier. En niet gevoelig zijn voor een snoepje. Een spectaculair gekleurde pleister. De troostprijs op een wond. En krokodillentranen. Waarbij oprechtheid constant ter discussie kan komen staan. Tranen van vertwijfeling. Tranen van boosheid. Tranen vol loosheid. Tranen in zo’n grote overvloed dat er constant gehoosd moet worden. Of beter gezegd gehoosd dient te worden. Want moeten” Dat ben ik voorbij.
HUILEN
hete tranen
zigzagbanen
langs
je wangen
stromen
in rood
doordrenkte
ogen
welt het water
langs de randen
droppels
met een
doffe smak
het tapijt
doordrenkt
doen
krokodillen
van schrik
onder het
oppervlak
verdwijnen.
Een beetje lastig om dit geheel te doorgronden” Wacht dan maar af wat er vervolgens komt. Wat zomaar uit de grond kan wellen. Een ongekende bron waar water valt te tappen. Water wat van elders komt. Deel van de kringloop weet uit te maken. En dan nog steeds die kracht weet te continueren. En waar wij slechts deelgenoot van zijn. Toeschouwers in een bepaalde mate. En leer kijken. Kijken tot het pijn gaat doen. Er vlekken verschijnen. Zwarte plekken verschijnen en verdwijnen en waar niet veel meer aan te doen valt dan een poging deze te volgen. Als sterretjes in een caleidoscoop. En een ongekende hand die constant het moza”ek in beweging weet te houden. Het licht dat duistert. Dan even verdwijnt en dan een helle straal Ju weet te verblinden. En ook dan welt een traan. Kijk maar, lees maar.
WELLEN
Ik zie je niet
graag huilen
nu
zie ik je niet graag
huilen
het punt
lang geleden
overschreden
zie ik je niet
zie ik niet
zie niet
niet
wel’
een traan
die ik
wegpink
met
een vinger.
En waar dit geheel op slaat”! Ik was in de tuin en deed alsof ik mijn eigen tuinman was. Keek geregeld om, maar zag hem niet: de man die een afspraak had in Ispahaan”
Ik doe ook regelmatig alsof ik mijn eigen tuinman ben.
Dan zet ik ook koffie voor mijzelf en vraag ik aan mijzelf of ik koffie wil..
Nou graag, geheel zwart, gaan we buiten zitten”
Heerlijk een beetje met mijzelf kletsen over de tuin en hoe lang ik dit werk al doe.
Krijg gelukkig ook zog wel eens een complimentje van mijzelf voor de arbeid die verricht wordt, en op mijn beurt geef ik mijzelf dan weer een complimentje over de heerlijke koffie.
Zeg bedankt…. ja werkze nog even…
Heren tuinmannen,
Ik doe niet alleen alsof ik mijn eigen tuinman ben, ik ben het ook… en daarmee gelijk ook schilder, tapijtafsteker, timmerman, drilsergeant (die functie vind ik wel leuk hahaah) fietsenreparateur, bandenoppomper en zo zijn er nog een aantal andere neven-functies waarvoor geen diploma ooit behaald. Ach, maakt het uit, als er maar koffie is en een blij gezicht is (dat lukt niet altijd ahum, verkeerde kleur, fiets overspuiten) en dat dankzij het prachtige weer.
Bergen aan Zee, het Schoorlse bos. Een schitterend natuurgebied, het “koepeltje” waar menigeen iets heeft geschreven in het lege boek, al zittend en genietend van het prachtige uitzicht. Een stilte plekje in ons dagelijkse drukke leven.
Een reactie op een artikel in de online-telegraaf van ene `Rijk Ja Fik`, een gestopte roker, die de IJslanders er van verdenkt het geld van Icesave te hebben verbrand en hoopte dat de rook van Bergen als wraak terug zou waaien… deed dan weer een glimlach op m’n lippen komen. Misschien moest hij wel een vlucht halen”!
Zo is bekend dat er bij iedere ramp – hoe vreselijk de gevolgen van een ramp ook zijn – grappen en grollen spontaan ontstaan als verwerking hiervan. Ik ben blij, want niemand, maar dan ook niemand komt aan `mijn` Duinerij.
Enfin, een lach en een traan
liever een traan en en lach.
gegroet