nerovetsrethca
Maar ze groeien! En ze vallen uit! Prachtige witte manen…
En ik noem het geheel achterstevoren. Wat ik al eerder heb meegemaakt. Toen als stukje voor een bonte avond.
Op of omstreeks 1 april. 2004. In een Stay Okay.
In Egmond Binnen. Toen niet bewust overgeslagen.
Omdat ik juist toen iets te vieren had. 35 jaar gezondheid. Zorg. En het daaraan gelieerde onderwijs.
In diezelfde psychiatrische gezondheidszorg.
Onbewust niet overgeslagen tot…
En ik verdwaalde in gisteren. Maart 2009…
Niet zoals gepland. Niet zoals ik dit mogelijk had kunnen gaan weten. Ook niet wilde weten.
Gewoon mijn kop in het zand stak. Zoals ik wel vaker mijn kop in het zand heb gestoken.
Omdat ik negen maanden lang onder het huidige regime mijn leven probeer te kleuren.
De noemer standaard ‘iets leuks doen’ is gaan worden.
En mij dit, in een bepaalde mate, ook lukt.
Maar vraag niet direct naar een inhoudelijk verantwoording.
Daar ben ik, eerlijk gezegd, nog niet aan toe. Daar wil ik eigenlijk ook nog niet van weten.
En daarin ontkom ik er niet aan om mij, als dit mezelf betreft, een druiloor te noemen.
Een nitwit desnoods. Iemand die doet door dingen te laten, iemand die laat door dingen te doen.
Triviale dingen. Dingen die neigen naar geen kuit noch hom.
Dat onzijdige gevoel wat zich niet laat plaatsen. Ook geen plek kan veroveren omdat er niets te winnen valt.
Ook niets te verliezen. Dan dagen misschien dagen.
En tijd. Over tijd heb ik ook geen klagen. Want klagen over tijd is juist dan een gotspe.
De tijd is niet anders dan dat de tijd al was. Voor die negen maanden.
Toen was de tijd door omstandigheid gevuld.
Was ik daar geen heer noch meester over.
Omdat ik me had verhuurd. In die tijd en de andere omstandigheid. Koerste ik binnen de marges tussen A en A.
En gaf geen voorkeur aan. Het was een beetje ‘the life I live…’
Maar leefde ik”
Soms onder de noemer ‘ambassadeur’ van dat gristelijke college.
Was ik, op mijn manier, aan het oefenen om Roomser dan de paus te zijn.
Alsof dat een jota zou kunnen uitmaken. Er viel nu eenmaal niets uit te maken. Het was, voor een groot gedeelte, al voor mij uitgemaakt. Ik nam nog een trekkie van mijn sjekkie, sleepte mij de trappen op en nam maar weer een volgende kop koffie uit de automaat. Want ik bezat een kaartje. En dat kaartje liet mij tot het meubilair behoren. Ik gaf wat gratis weg. En kreeg daar dan een soort van voorspelbaar gekocht stuk dankbaarheid voor terug. Ik deelde; maar ik kon eigenlijk dit gedeelde niet zo goed plaatsen. Dus plaatste ik dit niet en liet de zaken wat op zijn beloop. Alsof ik part noch deel aan de omstandigheid had. Terwijl ik aan de andere kant…
Niet op mij van toepassing.
Af en toe wel de draad even kwijt geweest. Omdat ik mijn overtuiging alreeds langere tijd achter mij gelaten had.
De tol van de omstandigheid. Ook weer iets waar ik zelf deel van had uitgemaakt. Ook die omstandigheid speelde.
Niet door mijn hoofd. Daar was die passage reeds uitgespeeld en kon ik niet veel meer dan de littekens bewonderen.
Want mijn gat had ik verbrand. En de blaren waren voor een deel verdwenen.
Niet allemaal. Zoals ik eigenlijk stilletjes had gehoopt.
Neen, ook mijn beker moest leeg. En ik denk dat ik nu kan stellen dat mijn beker nu aardig leeg is.
Mogelijk door die andere omstandigheden is opgedroogd. Alsof ik daar niets over te zeggen heb.
Of heb gehad.
‘Ayez piti” de moi et de ma pauvre peuple…’ of woorden van gelijke strekking.
Alsof Willem mij deze woorden dient aan te reiken. Ook een Willem.
Maar dan van een ander huis. Een mens die tegen een kogel aanliep. En veelal zweeg.
Maar deze wat retorische zin is in de loop der eeuwen van het wereldtoneel verdwenen.
Mijn vader gestorven
moeder opgegeven
beiden stonden
aan mijn wieg
hun leven met
het mijne
verstrengelt;
de verstrengeling
knakt
toen mijn vader
opgegeven
besloot
niet verder meer
te gaan.
De traan, ooit
door mij
gelaten, waarbij
voor mij
mijn moeders leven
ophield
te bestaan.
Nu weet ik niet direct of dit wel een juiste omschrijving is, maar het pogen alleen kan veel zaken verhelderen.
Juist omdat droppels de neiging kunnen hebben zaken te vertroebelen. En dat maakt het geheel weer enigszins opwindend. Wat gaat er schuil achter dat gordijn” En waar bevindt dat gordijn zich dan wel niet. Let vooral op de verwarring die tal nu zou kunnen gaan aanrichten. De duivel die mogelijk een kans krijgt om mee te gaan spelen. Omdat er altijd wel sprake kan zijn van het goede kwaad. Of het kwaad wat zich ten goed keert. Het zachte van de heelmeester. En het feit dat je, wil er sprake zijn van een zeker herstel, je dit altijd in de eigen hand mag houden. Tenminste, voor zover zaken je overkomen.
Anders ligt daar vaak een zekere keuze onder besloten.
Ook anders ligt het wanneer er geen sprake is van een keuze.
De omstandigheden die een rol gaan spelen.
Het ontstaan van toeval. En daar het bestaan weer van.
Op de bolling van mijn paraplu. Een weg in de diepte cre”ert.
En aan het eind naar beneden druipt. Tranen.
De vraag wie of wat ze plengt.
Maar ook die vraag is niet opportuun. De uitkomst zou slechts voor verwarring kunnen zorgen.
Dus blijft de keuze hieromtrent ook weer beperkt. Wordt feitelijkheid betracht. En sta ik daar.
Met een handvat in mijn hand. Van hout. Als een houten Klaas te wachten.
Te wachten tot het later wordt.
Of dat de tranen drogen.
DROPPELS
Om op zo’n korte
termijn
te doen
alsof er niets
gebeurd
is
gelijk het
ontkennen
van
de regen
die in grote
droppels
op mijn
paraplu
huilt.
En verwelkom breed lachende gezichten.
Gelijk de glazen klinken.
met de kop in het zand voelen wat je voelt. daar schijnt iets mis mee te zijn. alsof je altijd maar heel actief desgewenst adequaat kan of moet reageren op hetgeen het leven je aanbiedt.
Soms is het fijn even gewoon niets op te lossen, het gevoel wat het ook is als een wijn. te slurpen. te rinsen tussen de tanden. te proeven zonder te nuttigen.
alle smaakpupillen de kans gevend er van te vinden wat er te vinden is. voordat je het met een gezicht dat past bij die smaak uitspuwd in die kuil wat je hoofd net diep in heeft gezeten. Alsof het je navelstreng is die naar indisch gebruik wordt begraven waar je geboren bent.
waar je weer naar terugkeert als een pad altijd naar de vijver terugkeert waar zij geboren is.
Zoals de zalm na een garnalen frenzy in de indische en atlantische oceaan vechtend tegen de geboortestroom sterven zal.
gewoon omdat dat kennelijk zo moet. net als mijn dochtertje als een aapje gehurkt in het grind zit. en net die gene die ze beroert optild, proeft weggeeft weggooid of verzameld om ze vervolgens weer te vergeten omdat dat zo gaat.
steek je hoofd toch lekker in de grond. Het is jouw gat een bijzonder gat. t is eigenlijk geen gat. maar een rad waar zonder geen tijd kan zijn.
Ook nu voel ik meer de herhaling dan dat ik hem herken.
Maar heeft het toch een zodanige indruk achtergelaten dat het door de nevels naar boven komt.
Je brengt geluk met je lach
Met de blijheid in het verstrijken van tijd
Die, op de een of andere manier, nu in je voordeel lijkt.
Droppels.. ook daar
En je ouders
Emoties, verdriet en het zoeken van een uitleg..uitweg.
"Vroeger en vandaag…
Vroeger en vandaag verbindt ons ganse leven.
‘t geen wij vaak voor trots en rijk gehouden
hebben, telt niet meer; overgegeven
hoor ik weer de lentejonge, toch zo eeuwenoude
sprookjesbronnenmelodie
van het vergeten kinderlied.
Over dwaalweg en duister blijft immer gericht
jouw stralende luister, o morgenlicht!"
Hermann Hesse
Wik … Je hebt het ALTIJD ergens over..