mijn God, een slachting! (Bekvechten.)
‘Mijn God, een slachting!’ Maar gelukkig blijft dit beperkt tot tomeloos verbaal geweld. En ook nog eens in een Theater, waarbij de spelers niet veel meer deden dan zich inleven en uitleven. Wat aan geweld via de lippen naar voren komt is direct uit het leven gegrepen. Een familie uitje in zekere zin. Wanneer de naam Kruyver valt weet het aanwezige volk dat Het Volk wederom alle registers heeft opengetrokken. En als Wigbolt, Minke en Karlijn Kruyver zich overgeven aan broer en oom Joep, krijgt Bert Bunschoten de gelegenheid om zich af te zetten tegen deze familie aangelegenheid. Dat doet echter geen recht aan het spel dat opgevoerd wordt, waarbij niet alleen letterlijk wordt gekotst ( met dank aan een koolzuurhoudend blikje) maar ook woordenwisselingen brakend gehoor geven aan het publiek dat voor een deel de herkenbaarheid van het leven voor zich afgespeeld ziet. Wanneer ik in mijn verleden mag teruggrijpen komt een beeld van Farce Majeur spontaan tot leven, waardoor de uit het leven gegrepen scenes wederom tot leven komen. Wat een voorstelling, wat een spel en wat een grote mogelijkheid om onderliggende gevoelens letterlijk over de planken heen te smijten. Of dit nu Eelco betreft (de advocaat van de duivel ten aanzien van de farmaceutische industrie) die constant aan zijn mobiel hangt, de betrokkenheid van Linda met het ongemak dat zich in Afrika voordoet, de vermogensbeheerder Annet dan wel Berry die pogingen onderneemt om de verstoorde harmonie wederom in goede banen te gaan leiden, allen laten tegelijkertijd de schaduwkanten van het mens-zijn naar voren komen. En wanneer de drank, de helderwitte rum die zich ook voordoet in het gebak van appels en peren daar nog een schepje bovenop kan doen, dan raken niet alleen de rapen gaar, maar staan zij zelfs niet meer in voor elkaar. 2 uur lang geboeid zitten kijken naar de schaduwkanten van de mens. Met vlijmscherpe teksten en vilein spel door de spelers. Stemmingswisselingen die een volgend moment worden opgevolgd door pogingen tot verzoening. Een stuk van de Franse schrijfster Yasmina Reza en op film vastgelegd door Poman Polanski onder de titel ” Carnage.’ En om in de stijl van het stuk te blijven het volgende citaat: ‘Kinderen slorpen ons leven op en ondermijnen het aan alle kanten. Kinderen zijn onze ondergang, dat is een wet. Als je die jonge stelletjes lachend het huwelijksbootje in ziet stappen, zeg je bij jezelf: ze hebben geen idee, geen flauw idee. Ze zijn gelukkig, de stakkers. D’r wordt je niks verteld als je eraan begint. Ik heb een maat uit het leger en die krijgt weer een kind bij een nieuwe vlam van ‘m. ik zeg tegen ‘m: een kind op onze leeftijd, je bent knetter! Die tien, vijftien goeie jaren die we nog te gaan hebben voor de kanker of de beroerte toeslaat, ga je toch niet vergallen door een kind”‘
Hetgeen niet onvermeld mag blijven is de reden van dit bekvechten: om een verklaring voor de schadeverzekering op te stellen: de zoon van het ene stel heeft ‘gewapend’ met een stok de zoon van het andere paar twee tanden uitgeslagen. Een uit de hand gelopen kinderruzie, meer is het niet, zo lijken de ouders aanvankelijk overeen te komen…
14 februari (Valentijnsdag) is sinds kort vanuit Amerika tot het Westers gedachtegoed gaan behoren. Overal zijn hartjes te vinden, zoet en zout en kraak noch smaak. En wanneer je dit stuk hebt gezien dan wel in gedachten neemt, kotsend en brakend omtrent de zoetigheid die de mens dankzij een tekort aan kwalijke suikers overkomt, doet dit steeds meer naar andere tijden verlangen!