Hommage
Ik dien afscheid te nemen van een jas met velerlei verdiensten: en dat doet toch een beetje pijn. In die zin dat ik door die jas ooit in een sloot terecht ben gekomen en dat heb overleefd, een jas die immer mijn metgezel was en die ik nu nog even draag voordat het droeg gaat worden. Een jas die meerdere tijdgrenzen heeft mogen meemaken, een jas die mij als gegoten zit en zat, een jas ook die ooit bij V & D werd gekocht en waar Marlies mij wist te overtuigen om juist die jas aan te schaffen. Eigenlijk ben ik van plan om die jas met de nodige rituelen af te gaan schaffen, en eigenlijk doet dit ook een klein beetje zeer. Maar het moet, er is geen ontkomen meer aan en de nieuwe jassen hangen te wachten in de kast op zolder. Andere jassen, andere tijden en andere gebeurtenissen zullen ongetwijfeld op termijn weer deelgenoot zijn. Als hommage aan mijn jas, een gedicht wat iets weergeeft van alles wat ik met mijn jas heb mogen meemaken: TIJDGRENS.
TIJDGRENS
Zijn het weer de trage schreden
tegen het einde, wat is tijd
hebben wij de zin beleden
in leven dat steeds rapper schrijdt
Wat is toekomst, wat verleden
daagt daarginds het licht
wat is gister, nu, het heden
waar zijn ogen op gericht
Wat maakt mooi en wat is lelijk
een paspop staat, te kijk
Een grijsaard ligt heel mooi te zijn
tijd sluipt stiekem, heel vilein
zacht door schaduw licht te wezen
laat deez’ letters troebel lezen
Loopt het zand steeds zoet ter neder
geeft het toch geen pas:
draai het om en tijd keert weder
tijd als tijd
past als een nieuwe jas!