Gedeeltelijk geheel in dele(n) II
Woensdag, 8 juli 2015.
Terug in de tijd dat ik bezig was mezelf in een keurslijf te begeven. Als een soort van dwangjak, waarbij ik mijn handen gelukkig nog kon bewegen. Waarin ik mij op paden begaf die er niet om logen en het feit dat ik de rust zocht in mezelf mij de mogelijkheid gaf om die dingen op papier te zetten. Ze onbehouwen opschreef en mezelf, een tijd later, de gelegenheid bood om daar wederom kennis van te nemen. Waarin anderen een dialoog met mij voerden die zich alleen in lijn hoofd voordeed. En met dat hoofd, daar was wat mee. Vraag mij echter niet wat, want juist dat ben ik vergeten. Misschien wel verdrongen”!
CALL YOU.
Jouw bellen / was niet zozeer / bedoeld / om mij / schrik aan te jagen; // jouw bellen / deed mij / zo’n zeer.