boeiend beeld
Het aan waarde in gaan boeten. De herinnering die verdwijnt.
De stoffelijkheid die zichtbaar wordt.
En de vulling die anderen daar weer aan kunnen geven.
De kringloop in een notendop. Gelijk pinda’s die gepeld gaan worden.
Omdat ze als fiches dienen bij het spelletje ganzenbord.
63 als ultiem doel en ergens, onderweg, de put. Het wachten op die ander.
Die je komt verlossen voor deze in de put verdwijnt.
En de dood die je zomaar overvalt. Net op het moment dat je het einde nadert.
En denkt de poet te halen…
Zo werken de dingen niet.
Zoals zoveel dingen anders uit kunnen werken.
Je planning klopt, omstandigheden zorgvuldig overwogen, besluiten op voorhand genomen om, als het dan zover is, door ziekte overmand, het plan in duigen te zien vallen.
De weg van alles naar het niets. De rust te nemen om weer op adem te komen, de scherven bij elkaar te rapen om er, desnoods dan maar, een puzzel van te maken.
Een moza”ek. Onvergankelijke vergankelijkheid.
En de emoties”! Die gaan schuil. Een traan gaat schuil en die overvloed van frustratie laat zich raden.
Een kader slechts waarin de dingen anders zijn.
En de woorden van de kunstenaar. Of juist geen woorden van een kunstenaar.
Opdat dit ruimte biedt. Voor eigen woorden.
Voor eigen emoties. Voor het hangen aan de eigen herinnering.
En weer een cirkel rond.
Een hernieuwde kringloop die een aanvang neemt:’dames en heren de show gaat beginnen…’
Toch denk ik zo niet als ik ander werk van Willem aanschouw.
Want oud werk staat, in weer en door wind, nieuw werk te worden zonder dat Willem daar iets voor hoeft te doen.
Een ketting spant zich in en mist de tandjes.
Verstijfd van schrik, van angst of van een ander dreigend onheil lijkt het in de eeuwigheid van tijd wortel te hebben geschoten. Maar ook deze uitdrukking klopt van geen kant. Een metalen ketting die wortel schiet…”!
In een ander beeld is juist de wortel verdwenen en rust daar slechts een patroon.
Of is dit nu een bewust patroon.
Zie ik wel goed” Of kijk ik slechts met één oog terwijl ik beide heb geopend”
Raak ik zo dimensies kwijt. Wat beoogt hij dan, de maker van…”!
Want na de klank van ‘Is she really going out with him…”!’
was het juist die duosolo die ervoor zorgde dat de dimensie de juiste aarde kreeg.
Door Esther. Die koos voor scheikunde.
En Ineke die grote koppen soep doorgaf.
En een hele verzameling mensen die zich ophield in de achtertuin.
Toen ik wat beeldjes had geschoten. En sprak over dingen die zich voordoen. Toen.
Laatst liep hij langs
zijn haren
fladderend
de wind, schroeiend
over de kale vlakte
verdween hij
in zijn schaduw
zoek ik koelte
de ijzige wind
snoeit dicht
mijn keel
verzengt
moment
verzegelt
in de ruimte
van mijn
kist
vergezelt
mijn schaduw.
De levende fossiel
een levend fossiel
een bloeiende fossiel
‘k weet nog jou te herkennen toen iemand mij er op wees…
je reikte ons de hand
‘k kon het toen niet zien.
eigenwijs, eigengereid koos ik voor de eenzaamheid.
alleen met een leeg blad papier zeeg ik trots de trappen af.
een mooie school dat was t niet
vol was ik nog van mijn jaren op t droogbak.
jij reikte ons jouw hand.
ik schreef alleen.
jij droeg ons voor.
liet me lezen
wat ik had geschreven.
je wilde ons leiden
ons beschermen
voor wat kwam.
althans zo was t wat ik waarnam.
trots
naast je te mogen staan
daar wilde ik staan.
jouw zinneprikkelingen
om verder te kijken dan…
was het jou daar om gegaan.
de toenadering
die we zochten,
soms vluchtend
voor
de beroering
van je woorden
je blik
je emoties.
een levend fossiel
een boom in je tuin
zo vertelde iemand die ook naar iets in jou zocht.
de openheid
van je woorden
je zoete lieve lach.
je grijns
de twinkeling
in die blauwgrijze ogen
die ik ook graag zien mag.
wat hield
ik toch verborgen,
wat zocht je toch in mij.
die uitnodiging en reikende hand. ben blij op uiteindelijk in jou web te zijn beland.
jaren zijn verstreken
toch geen moment
dat ik niet aan jou dacht.
de plek die ik je toewenste.
Socrates te rade
waar hij ons ook bracht.
ben je nergens mee te vergelijken en sta je in jouw pracht.
een doldwaze tovernaar.
kobalt blauw vol sterren aan de nacht.
drink je lustig met de wortels uit je schacht.
een levend fossiel
een levend fossiel
wie had dat ooit gedacht.
liefs
rjk
Je woorden zijn, al zoveel jaren, een moza”ek van spiegelende stukjes glas.
Je spreekt van nieuw en oud en van vergankelijkheid. Jij bent de kunstenaar van woorden, emoties en herinneringen. Jij vormt het patroon van cirkels en herhalingen.
‘Wat werkelijk is is rationeel, wat rationeel is is werkelijk’, zei Hegel en gaf hiermee aan dat hij vertrouwde op het verstand als een vermogen om die ene absolute waarheid te vinden.
Jij gaf ons de rijkdom van de twijfel.
Vertrouwen in het eigen denken. Anders kijken.
Reflecterend zien..
‘Al wat je ziet is een beeld van iets,
al wat je bedenkt is een beeld van je ziel.
Naar de liefste van hun ziel hebben mensen altijd verlangd,
en wat zij vonden was altijd een beeld.
Wie gelukkig wil zijn zoekt het liefste dat hij begrijpt,
en om het te behouden maakt hij een beeld van zijn geluk,
dat het er in wonen kan.
Het geluk van wijzen is de liefde tot ieder ding dat bestaat,
en daarom maken wij voor ieder ding een beeld,
tot een lichaam waar onze liefde in woont.’
Ben eigenlijk van plan nog een beetje door te schrijven…
Koester het verleden maar schrijf nu
reeds in dit heden…
verleden…
Was niet de bedoeling in de verleden tijd te spreken. Of een ogenblik te denken dat de woorden zouden stoppen.
We zijn net opieuw begonnen..met het genieten van je teksten.
Ga door
in heden
en toekomst